Zeeman aan Wal (28)
“Elf november is de dag, dahat mijn lichtje…”, zingen een stuk of drie kinderkeeltjes nadat ik de deur op hun verzoek, gevolg van het veel te hard en veel te lang indrukken van de bel, geopend heb.
Er staan meer kinderen, maar die zingen niet. Ze doen alsof.
Handjerekken noemden we dat vroeger: wel snoep, niet zingen.
Gedwee trap ik in de truc en houd hen de schaal met lekkers voor waar ze wat uit mogen pakken.
Het liedje, de lampions en de kinderen zijn voor mij het signaal dat de zomer nu echt voorbij en de herfst in volle glorie aanwezig is.
Lange donkere nachten, korte momenten van licht.
Die eerste momenten zullen de komende tijd langer worden, de als tweede omschreven momenten korter.
Dat besef kan ontmoedigend werken, zeker als je bedenkt dat dit ook perfect de coronaomstandigheden omschrijft.
Op dat moment, 11 november, leek het even of we dat %&#virus een soort van onder controle hadden gekregen.
Maar het virus heeft een brein.
Zodra het merkt dat wij, mensen, aan de winnende hand zijn bedenkt het een list.
In dit geval de Omikronvariant.
Om ons een klein beetje tegemoet te komen, of misschien wel om ons onvoorzichtig te maken zodat het zich nog gemakkelijker kan verspreiden, heeft het virus zichzelf minder ziekmakend gemaakt.
Maar wel besmettelijker.
En juist wanneer het leven van voor de pandemie zich een heel klein beetje terug lijkt aan te dienen, de lessen op school weer mondjesmaat fysiek plaatsvinden krijgt de samenleving, en in dit geval de school, de volgende tik in de nek: een nieuwe lock-down.
“Oh, dus jullie dachten weer op te krabbelen? Verrassing! BENG!! Hier heb je een nieuw klap en liggen jullie. Ik bepaal hier wat jullie doen en laten, en niemand anders”, lijkt Omi te zeggen.
En het lukt hem.
De studenten en ik zitten weer achter onze laptops.
Bewegende videovakjes op mijn scherm veranderen tijdens de les allengs in stilstaande profielfoto’s. Ze zetten hun camera uit.
Elke student heeft hier zijn reden voor.
Privacy, ongemerkt andere dingen kunnen doen maar wel aanwezig lijken, camera uitzetten omdat die ander dat ook doet…
De redenen zijn even divers als legitiem.
En ik voel me als een DJ in zijn radiostudio: wel zenden, maar niet ontvangen.
Ik kijk naar een zwart scherm met ronde fotootjes en dat is mijn publiek.
Pogingen aan de klas een vraag te stellen om ze erbij te betrekken en interactie te creëren mislukken jammerlijk.
In mijn koptelefoon hoor ik na mijn vraag een hoopvolle “pieduup” ten teken dat iemand zijn microfoon aanzet, gevolgd door het teleurstellende “puudiep”.
Het geluid van iemand die zijn microfoon weer uit zet.
Proberend positief te blijven concludeer ik dat mijn vraag dus wel ergens aangekomen is.
Dat er een moment van interactie geweest hád kunnen zijn.
Dat er mensen aan de andere kant van mijn laptop zitten te luisteren naar wat ik vertel.
Hoopvol begin ik aan de kerstvakantie.
Na 21 december weet ik dat de dagen lengen.
En op het moment van het schrijven van deze column is het echt merkbaar aan het worden dat de zon eerder opkomt en later verdwijnt dan een week of twee, drie daarvoor.
Veel mensen hebben hun boosterprik gehaald of gaan dat nog doen.
Gaan we dit keer van je winnen, Omi?
Geef je het op?
Of kunnen we op zijn minst een staakt-het-vuren afspreken?
Je mag blijven, mits we elkaar niet meer lastig vallen.
Wij jou niet, maar jij ons ook niet.
Ga jij ervoor zorgen dat de periode van “viruslicht” langer gaat worden dan die van donker?
Of moeten wij ervoor zorgen dat we ook of 11 december, op 11 januari, op 11 februari, maart, april en de hele rest van het jaar Sint Maarten gaan vieren?
Zodat er tenminste nog eens per maand een soort van interactie is met andere mensen?
Even een momentje, al is het nog zo kort, van een beetje muziek, onbezorgdheid en ongedwongen contact met anderen.
"Er bestaan geen eindes. Er zijn alleen nieuwe beginnen." (Menno M.)
Mijn colums verzameld op een blog: https://zeemanaanwal.blogspot.com/