Hi Jan,
below article is also from Sandra from many years ago about Apneu en Werk:
Bericht door sandra » 24 mei 2011 -14:52
Apneu en cognitieve schade
In diverse onderzoeksliteratuur komt naar voren dat slaapstoornissen van invloed zijn op cognitieve prestaties. Recentelijke onderzoeken geven aanwijzingen voor verminderde executieve functies bij OSAS-patiënten, mogelijk als gevolg van neurologische frontaalschade, veroorzaakt door hypoxemie en hypercapnie. In het verlengde hiervan worden in dit onderzoek de prestaties op diverse neuropsychologische tests van patiënten met uiteenlopende slaapstoornissen met elkaar vergeleken. In een eerste studie worden met behulp van een grote representatieve klinische steekproef twee vigilantie- en aandachtstests (Vigilantietaak en Keuze-reactietijdtaak) onderzocht op hun differentiaaldiagnostische waarde. In een tweede onderzoek wordt dit herhaald en zijn er drie aandachtstaken aan toegevoegd (TOSSA, Cijferreeksen en Substitutie). Daarnaast is de invloed van de ernst van de OSAS onderzocht. Het blijkt dat de TOSSA goed in staat is om OSAS-patiënten te onderscheiden van andere slaapstoornissen en tevens kan differentiëren tussen patiënten met ernstige OSAS en patiënten met milde OSAS. De Vigilantietaak en de Keuze-reactietijdtaak blijken ook enig onderscheid te kunnen maken tussen de slaapstoornissen en de ernst van de OSAS. Cijferreeksen en Substitutie blijken niet in staat om verschillen aan te tonen. In de discussie wordt onder andere ingegaan op implicaties en verklaringen van deze bevindingen. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.
1. INLEIDING
Dat slaapklachten veel voorkomen in de huidige samenleving blijkt onder andere uit diverse prevalentiecijfers in de literatuur. Afhankelijk van het soort onderzoek en de gebruikte criteria worden er resultaten gevonden waaruit blijkt dat 30-50% van de mensen wel eens, of vaker, problemen heeft met slapen (Kryger, Roth, & Dement, 2000). 10 tot 15% hiervan zoekt voor deze klachten professionele hulp (Bemmel, van & Weerd, de, 2001). Indien noodzakelijk worden patiënten voor verdere diagnostiek door de huisarts verwezen naar een slaapcentrum. Een voorwaarde voor het vaststellen van de meeste slaapstoornissen is volgens de International Classification of Sleep Disorders (American Academy of Sleep Medicine, 2005) en de DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2002) dat er expliciet sprake moet zijn van belemmeringen in het sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen van de patiënt, als gevolg van de slaapklachten. Deze belemmeringen ontstaan vaak door problemen in het cognitief functioneren. Dit kan onder andere leiden tot geringe werk- en studieprestaties en verkeers- en bedrijfsongevallen (Bemmel, van & Weerd, de, 2001). In diverse onderzoeksliteratuur komt inderdaad naar voren dat slaapstoornissen van invloed zijn op cognitieve prestaties. Al lange tijd is duidelijk dat dit veroorzaakt wordt door verstoring van de slaap. Met name naar de prestatieverschillen van insomnie-patiënten is in de loop van de jaren veel onderzoek gedaan. Recentelijk is echter meer aandacht gekomen voor de cognitieve prestaties van OSAS-patiënten. Hierbij zou vooral het executief functioneren aangedaan zijn. Centraal in dit onderzoek staan dan ook de vragen: hoe de cognitieve prestaties van verschillende slaapstoornissen zich onderling verhouden en welke betekenis dit kan hebben voor het diagnostisch onderzoek in de klinische praktijk.
De invloed van slaapdeprivatie op het executief functioneren
Experimentele studies naar effecten van slaapdeprivatie hebben aangetoond dat met name de ‘hogere cognitieve functies’ oftewel ‘het executief functioneren’ worden aangetast (Muzur, Pace-Schot, & Hobson, 2002 en Nofzinger, 2005). Het executief functioneren bestaat uit (complexe) aandacht, de capaciteit en flexibiliteit van ons werkgeheugen, planning, inhibitie en selectie van motorisch handelen (Andrewes, 2001). Executieve functies heeft men vooral nodig in situaties waar men geen eerdere ervaring mee heeft (Deelman, Eling, de Haan, Jennekens-Schinkel & van Zomeren, 2000). Er is hierdoor geen externe structuur die automatisch handelen uitlokt. Deze onbekende situaties vragen dan initiatief en volgehouden mentale inspanning van de uitvoerder. Samen met persoonlijkheid worden deze executieve functies binnen de neuropsychologie in verband gebracht met de prefrontale cortex (Andrewes, 2001).
De executieve cognitieve functies zijn bijzonder gevoelig voor slaapdeprivatie. Beeldvormend onderzoek laat zien dat slaapdeprivatie geassocieerd is met een globale vermindering van hersenactiviteit. Deze vermindering is het duidelijkst waarneembaar in de fronto-pariëtale cortex en in de thalamus. De frontale de-activatie is tevens in onderzoek gerelateerd aan verminderde prestaties op cognitieve performance-taken (Nofzinger, 2005). Ook blijkt dat één nacht van totale slaapdeprivatie kan leiden tot een verminderde prestatie op neuropsychologische tests die gerelateerd zijn aan de prefrontale cortex (Muzur et al., 2002). Dit suggereert dat ook slaapverstoring aanleiding kan geven tot dergelijk functieverlies.
Obstructief Slaap Apneu Syndroom
Recente onderzoeken bij patiënten met een Obstructief Slaap Apneu Syndroom (OSAS) doen vermoeden dat bij deze patiëntenpopulatie slaapverstoring niet de enige verklaring is voor de gevonden beperkingen in het executief functioneren (Aloia, Arnedt, Davis, Riggs, & Byrd, 2004 en Muzur et al., 2002). OSAS is een ademhalingsstoornis die wordt gekenmerkt door frequente ademstops tijdens de slaap, veroorzaakt door een obstructie in de bovenste luchtwegen (Bédard, Montplaisir, Richer, Rouleau, & Malo, 1991). Deze herhaaldelijke ademstops zorgen voor onderbrekingen van de slaap en leiden tot abnormale zuurstof- en koolstofdioxidewaarden in het bloed (hypoxemie en hypercapnie). De belangrijkste klacht van OSAS-patiënten is zowel subjectief als objectief gemeten slaperigheid. Daarnaast wordt OSAS geassocieerd met beperkingen in het sociaal- en beroepsmatig functioneren die veroorzaakt worden door een slechte planning, disorganisatie, verminderd beoordelingsvermogen, rigide denken, verminderde motivatie en affectieve labiliteit, depressie kortom beperkingen in het executief functioneren (Beebe & Gozal, 2002). Zoals eerder beschreven is het waarschijnlijk dat slaaponderbrekingen leiden tot beperkingen in het executief functioneren. Echter verschillende studies geven aan dat deze disfuncties verder gaan dan op basis van slaapverstoring kan worden verwacht (Beebe & Gozal, 2002). Disfuncties op basis van slaapdeprivatie zijn volledig reversibel wanneer de slaap is hersteld.
Enkele studies tonen echter aan dat zelfs na effectieve behandelingen met CPAP (Continuous Positive Airway Pressure) de disfuncties die gevonden worden bij OSAS-patiënten en de vermoeidheid kunnen blijven bestaan (Bédard, Montplaisir, Malo, Richer, & Rouleau, 1993, Beebe & Gozal, 2002 en Nofzinger, 2005).
Vaak duurt het tientallen jaren voor de diagnose gesteld wordt. Het slaapapneusyndroom is dan vaak helemaal tot ontwikkeling gekomen.
In de eerste drie jaren van behandeling treed herstel op maar vaak is het herstel niet volledig, de restschade kan blijven bestaan en kan tot een grote belemmering in het dagelijks functioneren zijn. Het apneusyndroom en de gevolgen kunnen tot arbeidsongeschiktheid leiden. Helaas zijn niet alle behandelaars en Arbo-artsen hiervan op de hoogte.
groetjes
sandra
het leven is als ganzeborden, je begint steeds weer bij start. behalve als je in de put blijft zitten.
http://www.kyenna.nl
twitter: @kyenna1
Groet RuudJ
Medewerker AV-Kenniscentrum
ADEM BEWUST, WANT HET LEVEN DUURT MAAR KORT.
Bent u al
lid van onze Apneuvereniging? €32,50 / Incasso €30,00/Jaar
Word lid en ontvang 4X het Apneu Magazine + 10X het Apneu bulletin per jaar