Hormoon leptine speelt rol bij overgewicht en corona

1
Bron: Apneumagazine 3-2020, p. 26, geschreven door John Hölsgens

Apneu gaat nogal eens gepaard met (dreigend) overgewicht. Dan is het goed om het hormoon leptine in de gaten te houden. Leptine is een van nature in het menselijk lichaam aanwezig hormoon dat het gevoel van honger en verzadiging regelt. Bovendien blijkt het ook een rol te spelen bij de vatbaarheid voor corona.

Sinds het afzweren van de halfzware shag vier jaar geleden verkeer ik permanent in een soort staat van oorlog met de weegschaal. Die strijd voer ik - voorzichtig uitgedrukt - met wisselend succes. De tegenslagen gedurende het gevecht zijn zeker niet te wijten aan mijn diëtiste Sandra Maessen, die me met veel elan en kennis blijft begeleiden. Ze blijkt een belangrijke bron om te raadplegen.


Complexe verbanden

De stortvloed aan informatie over leptine en namen van deskundigen waarmee Sandra me weet te overladen blijkt echter meer dan voldoende om een heel ApneuMagazine mee te vullen. De verbanden zijn veel complexer en veelomvattender dan gedacht. Zeker nu veel mensen zich zorgen maken over een tweede coronagolf. Gedurende de eerste golf namelijk verscheen Peter van der Voort, hoofd van de IC in het UMC Groningen, aan tafel in het televisieprogramma van Eva Jinek. Hij vertelde daar over de complicaties die optraden bij een specifieke groep patiënten: mensen met overgewicht, adipositas (abnormale toename van vetweefsel), obesitas en diabetes type 2. Het was juist die groep die zwaar oververtegenwoordigd bleek op de IC's. En wat noemde Van der Voort als link tussen deze onderliggende aandoeningen en complicaties bij covid-19? Juist, het hormoon leptine.


Visceraal vet

Patiënten met bovengenoemde aandoeningen zijn dus extra kwetsbaar voor het coronavirus. Een reden daarvoor is dat deze aandoeningen een gemeenschappelijke deler hebben: ze leiden tot een grotere hoeveelheid vetweefsel, met name visceraal vet. Anders gezegd, buikvet. Hoe meer vetweefsel, hoe gemakkelijker het virus zich in het lichaam kan verspreiden. Vetweefsel produceert namelijk leptine, het hormoon waarvan we dus inmiddels hebben geleerd dat het honger en verzadiging reguleert. Als de hoeveelheid vetweefsel toeneemt, stijgt dus ook het leptineniveau. En inmiddels is aangetoond dat verhoogde niveaus van leptine er in ieder geval bij obese mensen voor zorgen dat ze vatbaarder zijn voor virale infecties. Het coronavirus lijkt bovendien leptine te kunnen gebruiken om zich snel te kunnen vermenigvuldigen. Mensen met verhoogde leptineniveaus kunnen daardoor gevoeliger zijn voor snelle 'replicatie' ofwel verdubbeling van het virus in hun lichaam.


Verhoogde niveaus van leptine verhogen de vatbaarheid voor virussen


Bescherming tegen virussen

Simpel gezegd: het verminderen van een teveel aan vetweefsel is niet alleen op zichzelf al goed voor je gezondheid. Het kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de bescherming tegen virale besmettingen. En dan niet alleen tegen het coronavirus, hoewel dat nu wel even onze grootste zorg is natuurlijk.
De belangrijkste aanpak daarbij blijft toch echt een gezonde leefstijl. Het eten van kwalitatief goed voedsel (koolhydraatarm en met een hoge voedingswaarde), het vermijden van te veel eten, voldoende beweging én voldoende ontspanning zijn daar een belangrijk onderdeel van. Een goed bioritme, ook wel biologische klok genoemd, kan eveneens bijdragen aan een betere leptinehuishouding. Dit is namelijk tevens het ritme dat het lichaam aanhoudt bij de hormoonproductie.


Preventie en genezing

Een goede leptinehuishouding is dus een belangrijk mechanisme om gezond te blijven. Besmettingen met virussen zijn lang niet altijd te voorkomen, maar de manier waarop ons lichaam reageert op virale - en andere - infecties kunnen we wel degelijk beïnvloeden. Ingrepen om die leptinehuishouding te reguleren kunnen mensen helpen om hun gezondheid te verbeteren, zowel preventief als genezend.


Insulineresistent

Diëtiste Harriët Verkoelen legde eerder al eens uit in ApneuMagazine (2-2019, pag. 18) hoe je dat vermaledijde vetweefsel te lijf kunt gaan. 'Normaal wordt vetweefsel aangesproken voor energie als je een tijd geen koolhydraten eet of bij intensief bewegen. Maar als het insulinesysteem wordt overvraagd door bijvoorbeeld te veel, te vaak en verkeerd voedsel kan er insulineresistentie ontstaan. Overgewichtsdiabetes kan dan een gevolg zijn. Glucose blijft langer in het bloed en het lichaam wordt niet aangezet om vetweefsel te gebruiken. Bij afvallen is het meestal de bedoeling om minder calorieën te eten. Bij iemand die insulineresistent is, lukt dat niet door minder vet te eten, maar door de inname van koolhydraten flink te verlagen. De insulinespiegels dalen dan en de vetverbranding wordt gestimuleerd.'


Leptineresistent

Het hormoon leptine speelt dus een rol bij het hongeren verzadigingsgevoel én bij het aanmaken van vet. Bovendien blijkt het van invloed op je immuunsysteem. Leptine organiseert je verdedigingslinie. Maar als je voortdurend een hoog leptinegehalte in je bloed hebt, stopt het immuunsysteem met het 'luisteren' naar leptine. Je bent dan leptineresistent, vergelijkbaar met insulineresistent. Die twee gaan dan ook meestal samen. Het resultaat is dat het immuunsysteem niet alleen indringers gaat aanvallen, maar ook gezonde cellen. Zo wordt veel weefsel vernietigd en komen uiteindelijk organen in gevaar.


Ketodieet?

De hoeveelheid leptine die wordt aangemaakt in ons buikvet is deels afhankelijk van je hoeveelheid vet, maar vooral van wát je eet, zegt ook de Amerikaanse dokter Ron Rosedale. Volgens hem zou iedereen met overgewicht en een te hoog leptinegehalte meteen moeten starten met een koolhydraatarm dieet of een ketodieet. Ons advies is dat niet op eigen houtje te doen. Zeker als u een chronische aandoening heeft, bijvoorbeeld een vertraagde schildklier, is overleg met uw behandelaar en een diëtist aan te bevelen.