Opdat wij nooit vergeten

1
Ik ben naar een oudoom vernoemd, en wel van moeder's kant.
Deze mensen, mijn oudoom en tante, daar was ik als klein kind heel veel. Ze hadden een klein stelpboerderijtje waar ook mijn broers en zuster veel gespeeld hebben. Het was in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Voor ons een onbekommerde tijd. We hadden een zandkuil, een weiland en een paar paadjes om ons te vermaken. De oude stookhut was ons huisje.

Later, veel later kreeg ik verhalen van vroeger te horen.
Mijn oudoom en tante waren beiden omstreeks begin negentienhonderd geboren.
Ze zijn getrouwd in negentienvijfentwintig en hadden drie kinderen kunnen hebben, helaas is er eentje maar een aantal maanden geworden.

Ik hoorde ook over de oorlog. De oorlog van 14-18 is mijn oudoom niet onder dienst geweest.
Toen de tweede wereldoorlog uitbrak hebben mijn oudoom en enkele medestanders een vergadering gehouden om over verzet tegen de overheerser te praten.
Het is vervelend geëindigd omdat ze zijn verraden. Het duurde dan ook niet lang of ze werden door een aantal soldaten opgepakt.
Mijn oom vertelde mij: ' ik kon goedschiks meekomen of kwaadschiks, maar net wat ik wilde. Alleen toen ik voorop moest lopen werd op een gegeven moment gezegd 'en nu lopen, marsch'. Ik zei dat verdom ik, schiet mij dan meteen maar dood.'
Dat is echter niet gebeurd en hij is op transport naar concentratiekamp Vucht gezet.

In Vucht leerde mijn oudoom overleven door stil te zijn en mee te werken. Ook waren er wel goede soldaten van de bezetter bij. Zo heeft hij wel eens een fietsband geplakt voor een kampbewaker. Deze van goeder trouw soldaat waarschuwde mijn oudoom voor de wrede bewakers, het was alles met elkaar denk ik een stukje lijfsbehoud geweest.
Toch waren er wrede momenten. Hij heeft op appel moeten staan en toezien hoe maten van hem opgehangen werden.

Toen hij vrijgelaten is, was hij zo vermagerd en veranderd dat mijn oudtante hem eerst niet herkende.
Later kreeg hij last van het zogenaamde kampsyndroom. Enkele malen heeft hij uit woede het servies van de tafel geraagd.

Dit alles hebben wij als kinderen nooit gemerkt, oudoom Hendrik was altijd lief en spontaan tegen ons. Nu besef ik wat een groot verlies het voor hun moet zijn geweest om geen kinderen van hunzelf te hebben zien opgroeien.
Oudoom en tante, rust in vrede.

Ik heb dit stukje graag willen vertellen uit eerbetoon voor hen die niet om de ellende van een oorlog gevraagd hebben. Welke niet om de wrede mishandelingen van een bezetter gevraagd hebben.
Helaas is dit nog steeds de realiteit van nu, sommigen schijnen nu eenmaal niet te willen leren van het verleden.
En wie zijn nu de winnaars, en wie de verliezers?
Ondanks alle rotzooi en ellende om ons heen, ben ik toch blij dat ik in vrijheid mag leven.
Laten we dat niet vergeten.

Re: Opdat wij nooit vergeten

2
Een stukje uit jouw en náár mijn hart, Henk.

"Nie wieder Krieg", zei de Volkenbond na de oprichting in 1916 n.a.v. WO1
Nou: dat is helaas niet echt gelukt, ook niet toen ze overging in de Verenigde Naties in 1946.
Maar wie weet worden we eens wijs...

Vandaag er even bij stilstaan is dan een kleine prijs.
"Er bestaan geen eindes. Er zijn alleen nieuwe beginnen." (Menno M.)

Mijn colums verzameld op een blog: https://zeemanaanwal.blogspot.com/